Post by Nieckq"Lloobee"
...
Post by LloobeePost by NieckqIk dacht Latijn "doma" = nl "dak van het huis".
Waarsch. naast Latijn "domus" = nl "huis".
Dat laatste. Vanuit de tijd dat (praktisch) alleen bisschoppen echte
huizen bezaten.
Nee, dat nl "(de) dom" en fr "(le) d me" zijn ontleend aan Latijn
"doma" staat voor mij vast.
Wees daar maar niet zo zeker van, zekerheid heb je zelden als het om
etymologie gaat.
Het Nederlands Etymologisch Woordenboek van De Vries en De Tollenaere
(4de druk, 1997) geeft het volgende:
<q>
dom
1 znw. m. 'hoofdkerk' < fra. /dôme/ < lat. /domus/ 'huis'.
Daarmee werd eigenlijk bedoeld /domus ecclesiae/ < gr. /oikos tes
ekklesias/ 'huis der gemeente, dat als woonplaats der geestelijken
diende'.
Daarna heette de daarmee verbonden kerk zelf /ecclesia de domo/.
</q>
Van Dale Etymologisch woordenboek van Van Veen en Van der Sijs (1997):
<q>
dom
1 [kerk] {1574} < frans /dôme/ (een domkerk in Frankrijk zelf noemt
men /cathédrale/), naar italiaans /duomo/ < latijn /domus/ [huis]
(namelijk /Dei/ [van God]), verwant met grieks /domos/ [huis] en /
dōma/ [woning, woning der goden, tempel]. De oudnl. vorm /duom/
{901-1000} en de middelnl. vormen /doem/, /dom/ [kerk] zijn ontleend
aan latijn /domus/ [huis].
</q>
Het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands van M. Philippa e.a.
(2003-2009) geeft verreweg de meest uitgebreide analyse:
<q>
dom
1 zn. ‘kathedraal’
Onl. /duom/ ‘huis’ [10e eeuw; W.Ps.]; mnl. /doem/: /jnt tbischob doem/
‘in het huis (de kerk) van de bisschop’ [1291; CG I,1657]; vnnl. /
cloosters ... kercken en dommen/ [1548; WNT], /een domme/ ‘de
kathedrale kerk van een bisschop’ [1573; Nomenclator], /dom/
‘kathedraal’ [1599; Kil.].
De Vroegnieuwnederlandse vormen zijn mogelijk opnieuw ontleend, via
Frans /dome/ ‘bisschopszetel, kathedraal’, eerder /domme/ [1502; Rey],
dat zelf ontleend is via Italiaans /domo/, /duomo/ ‘id.’, aan Latijn /
domus/ ‘huis’ (al vroeg vervangen door Latijn /mansio/), verwant met
Grieks /dómos/ ‘id.’ en Sanskrit /dáma-/ ‘id.’, zie → timmeren. Het
woord was al eerder ontleend: in de Oudnederlandse vorm duidt de /-
uo-/ op zeer vroege ontlening. Onl. /duom/, de Middelnederlandse
vormen met lange klinker of tweeklank en ook Italiaans /duomo/ moeten
teruggaan op een vorm met /-ō-/; het is daarom ook goed mogelijk dat
al deze vormen rechtstreeks teruggaan op Grieks /dómos/ ‘huis, woning,
tempel’. Het zou dan in deze betekenis in dezelfde periode ontleend
kunnen zijn als → kerk.
De betekenis moet zijn voortgekomen uit de verbinding /domus
episcoporum/, later /domus episcopatui/ ‘al wat deel uitmaakt van de
bisschopszetel’; dit zijn de oudste attestaties, alle uit Toscane, 8e
eeuw (Aebischer). Hieruit ontstaat bij verkorting /domus/ en de
betekenis evolueert van ‘het geheel van gebouwen die deel uitmaken van
de bisschopszetel’ naar ‘het belangrijkste gebouw, de kathedraal’. Ook
Weinhold stelt dat Duits /Dom/ teruggaat op /domus episcopi/ (niet /
dei/), eerst met de betekenis ‘bisschoppelijke residentie’, dan
‘bisschoppelijke kathedraal’. Aebischer en Weinhold verwerpen hiermee
de verklaring van veel etymologen dat /dom/ teruggaat op /domus
ecclesiae/ ‘huis van de gemeente’, een vertaling van Grieks /oĩkos tẽs
ekklēsíās/ ‘id.’, wat weer een vertaling is van Hebreeuws /beet ha-
kənéset/ ‘id.’.
Lit.: P. Aebischer (1967) ‘L'ital. /duomo/ “cathedrale” et ses
origines’, in: /Revue de Linguistique Romane/ 31, 88vv.; Grauwe par.
45; K. Weinhold (1872) ‘Über die Bruchstücke eines fränkischen
Gesprächbüchleins’, in: /Sitzungsberichte der k. Akademie des
Wissenschaften zu Wien/, phil.hist. Classe, 71, 800
</q>
Het werk van De Vries en De Tollenaere is hier te vinden:
http://books.google.nl/books?id=9_X44k9-3j8C&pg=PA125&lpg=PA125&dq=dom&source=bl
De overige citaten komen alle van:
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/dom1
waar ook nog een aantal oudere etymologische werken worden geciteerd.
Post by NieckqOf Latijn "domus" daarmee is verwant, daar twijfelde ik nog even over.
Maar nu niet meer.
Latijns "domus" blijkt dus een (verwant) Latijns erfwoord
(Want Latijn "doma" is een ontlening aan het Grieks "d ma").
Ik zie niet waaruit zou moeten blijken dat Latijns /domus/ een
erfwoord is, rechtstreeks stammend uit het Indo-Europees.
Bovenstaande bronnen geven aan dat er verwantschap is met Grieks /
dómos/ en Sanskrit /dáma-/
(hetgeen noch impliceert noch uitsluit dat er van onderlinge ontlening
sprake is)
Post by Nieckqhttp://fr.wiktionary.org/wiki/d%C3%B4me#.C3.89tymologie
--
Jeroen