Post by ReinPost by ***@wigPost by Sam KafkaPost by Rein'Nou, ik rennen, maar heel in de verte ging de laatste wagon.'
'Ik vertelde het hem. Hij lachen.'
'Jij boffen: jij hoeft niet na te blijven.'
'Wij zoeken, maar we konden het daar niet vinden.
Het gaat om een stijlfiguur, bestaande uit een persoonlijk
voornaamwoord plus infinitief die
- altijd in de tegenwoordige tijd staat, ook wanneer het zich in
het verleden afspeelt,
- geen persoonsvorm is: hij past zich niet aan aan het onderwerp.
Heeft dit een naam? Wat valt er verder over te zeggen? Ik heb
geen idee.
Lijkt mij typisch spreektaal. Bedoeld om een anekdote kort, bondig en to
the point te houden.
Zit misschien ook wel wat effectbejag achter.
Dat heet een ellips. Een zin waar je een woord bij moet denken.
Dat hoeft niet per se een werkwoord te zijn, VanDale geeft als
voorbeeld 'eind goed, al goed'.
Merci. Ik vraag me alleen af welk woord je b.v. bij 'ik rennen'
moet denken. Moest? Ging? Dat dekt m.i. de gevoelswaarde van 'ik
rennen' niet. Het enige woord dat ik kan bedenken is 'deed', maar
ja, dat klínkt weer voor geen yard.
Ad Rein: Omdat ik het altijd leuk heb gevonden om met je van gedachten
te wisselen over taal ben je bij deze ontplonkt. Eigenlijk vind ik het
ook een waardeloos concept en het werkt niet voor mij. Plonken is een
vorm van uitsluiten die me tegenstaat. Enfin. Bij deze eruit gejojoot:)
Je kunt toch meerdere woorden bedenken om de bedoeling recht te doen?
'Ik moest me rot rennen, maar tevergeefs [..]' of 'ik zette het op een
rennen maar [..]'
"In retorische vragen of uitroepende zinnen waarin een bepaalde emotie (bijv.
ongelovige verbazing, ergernis) wordt uitgedrukt, kan een infinitief samen
met een zinsdeel gebruikt worden dat de functie van onderwerp vervult (en met
eventuele andere zinsdelen). De uitroepende zinnen beginnen vaak met en."
21 Piet een boek lezen? (= 'Piet leest waarschijnlijk nooit een boek')
22 Ik dat betalen? (= 'Ik vind het ongehoord dat ik dat zou moeten betalen')
23 En dat bed kraken! (= 'Het bed kraakte ontzettend')
24 En hij maar in de rij staan! (= 'Hij staat al heel erg lang in de rij (en
nu blijkt het nog overbodig ook)')
Zie spraakkunst.
Ik begrijp dat je dat in de ANS van Renkema leest maar ik zie het
onderscheid niet tussen uitroepende zinnen en zinnen waar woorden zijn
weggelaten die je zelf kunt invullen.
Zowel Van Dale, het Etymologisch woordenboek en Taaladvies Vlaanderen
reppen over weglating van een of meer woorden in een zin die er door de
hoorder of lezer vanuit de context gemakkelijk bij gedacht kunnen
worden"
Strikt genomen wordt gesproken over /zinnen/ en niet over een enkel
woord zoals bv 'lachen'. Is dat het punt?
Het maakt nogal wat uit of 'lachen' een gebiedende wijs is, en dus géén
ellips, of dat je er andere woorden bij kunt denken waardoor de
betekenis verandert. Voor mij is het dan een onvolledige zin.
Maar ook in jouw voorbeelden zie ik niet waarom die niet voldoen aan de
kriteria van VD c.s. Heb ik weer!
In het uiterste geval kunnen we er géén naambordje aan hangen.
Geen probleem!